Terugkeren naar werk is niet altijd makkelijk. Misschien kan je door je ziekte of door behandelingen minder werken dan eerst. Ook daarna kan je klachten houden, zoals vermoeidheid, pijn of concentratieproblemen. Vaak is het zoeken hoe je daar mee omgaat, in je privéleven en ook op werk.
Re-integratie gaat vaak met vallen en opstaan; eerst gaat het beter, dan weer iets slechter, dan weer beter. Dat is normaal, maar kan wel heel frustrerend zijn. Misschien weet je niet goed wat je wel en niet kan. Bespreek dit met je bedrijfsarts of leidinggevende. Zij kunnen dan met je meedenken.
Probeer je werk langzaam op te bouwen; werk bijvoorbeeld niet in één keer hele dagen, maar eerst een paar uur per week. Doe niet in één keer heel veel moeilijke taken, maar eerst een paar makkelijke kleine taken.
Voor werk is het belangrijk dat je het langere tijd vol kan houden. Vraag niet alleen aan jezelf: kan ik dit vandaag doen? Maar ook: kan ik dit een maand volhouden?
Een groot deel van re-integratie is uitproberen: wat lukt nu wel en wat niet? Blijf hierover in gesprek met de bedrijfsarts en je leidinggevende. Pas plannen aan als dat nodig is.
Het kan moeilijk zijn om te wennen aan je nieuwe grenzen. Neem daar de tijd voor. Het kan helpen om hierover te praten met een naaste of een professional.
Weten waar je hulp kunt krijgen? Kijk op https://wegwijzerbijkanker.nl voor meer informatie.
Er zijn ook re-integratiebureaus speciaal voor mensen met en na kanker. Je vindt ze hier.